Flessen rum en stiekem vis
Door: Willumbus
Blijf op de hoogte en volg Willem
18 Maart 2008 | Cuba, Viñales
Na Havana werd het weer eens tijd alleen op pad te gaan, die wandelende baret was intussen toch reeds naar huis. Maar alleen ben je toch nooit, vooral niet in zo’n toeristenbus richting Viñales. Slechts een half uur na het instappen kwam er opeens een walm voorbij, je weet wel, zo’n walm die je ook af en toe ruikt als je aan de bar staat en je denkt dat je buurman net iets teveel shotjes achterover heeft geslagen en het toch echt tijd wordt dat je hem naar een taxi sleept. Volgens mijn horloge was het pas 10 uur in de ochtend, een alcoholbron was voor mij dus uitgesloten. Maar dat is best naïef, vooral in Cuba. Toen ik op mijn schouder werd getikt, ik argwanend omkeek en een literfles Havana Club zowat mijn neus in werd gestoken, er vervolgens een groep van 13 Estlanders in koor zeiden “Joe hab toe dwink”, werd het me duidelijk. Het is echt ongelofelijk wat die mensen kunnen drinken en volgens mij staan ze er ook bekend om. Zelf ontkennen ze het en zeggen dat de Scandinaviërs al hun flessen, blikken en vaten alcohol in Estland komen inkopen tijdens “familie-uitjes” en ze het dus enkel op vakantie kunnen nuttigen. Als hij een Pinnochio-neus had, hing er nou een dikke Baobab-boom aan zijn gezicht. Na iedere rembeweging rolden de lege flessen langs mijn voeten en dit werden er per uur meer. Ik zweer het je, er zijn mensen die het woord ‘zuipen’ niet gebruiken omdat het misschien volgens hen wat asociaal klinkt, maar dit was het levende bewijs dat het op een verantwoorde manier gebruikt kan worden.
En ach, dan doe je gewoon mee, zoals de rest van de bus. Ik haalde de fles uit mijn neus en plaatste die waar hij hoort. Wel sterk spul, maar het went te drinken, vooral als je weet hoe goedkoop een fles rum hier kost en bier in verhouding in de champagne-categorie terecht komt.
Maar gezellig waren ze wel. Dat merkte ik de volgende dag (en die dag daarop) weer, dit keer op het strand. Mijn rugzakje met opgevouwd handdoekje en een boek –okay vooruit, en één beschaafd flesje- was niets in vergelijking met de tassen die zij het strand op sleepten. Zonder overdrijven was meer dan de helft gevuld met Havana Club en Bucanero. Ik heb me kostelijk vermaakt, vooral toen 1 Estoniaan één van de meest beroemde rappers bleek te zijn van Estland en hij al lallend zijn teksten opdreunde. Ik verstond er geen kont van, maar volgens mij gold dit ook voor iedereen die de taal wel spreekt. Toppunt van al was dat zijn rapgroep A-rühm heet en hij een goed excuus had te consumeren. Die band moet je eens op YouTube opzoeken, die taal alleen al geeft je een lachkick.
Oh wacht, je wacht zeker op wat meer inhoudelijke, Cuba-ontdekkende verhalen. Okay, is goed, wat jij wilt…
Viñales is helemaal top. Geweldige omgeving met bergformaties, grotten, tabaksplantages, indrukwekkende flora en fauna en stranden zoals ze die alleen op Cuba hebben. Vooral het dierenleed op weg naar het strand Maria la Gorda deed me aan het hart. Op deze weg heb je een stuk van 1 a 2 kilometer waar krabben moeten vechten om iedere vierkante centimeter en de weg een oranjerode gloed heeft. De bus moet als gevolg remmen, maar krabben zijn dom en denken dat die banden als watjes hun huid zullen boetseren. Het vreemde is dat die krabben het hele jaar door enkel op die plek blijven. Als ik er 1 van hen was en ik op een weg zou lopen met miljoenen dode makkers, zou ik toch emigreren, maar dat is een kwestie van logisch nadenken dat hen denk ik ontbreekt. Die geur alleen al die je neusgaten ongewild binnenkruipt bij het uitstappen van de bus voor het maken van foto’s, vergeet ik niet snel.
En dan die pelikanen op het strand. Heb jij ooit meegemaakt dat je heerlijk op je rug ligt te dutten in een turqoise zee en opeens je stilte wordt verstoord door een harde PLOF, je vervolgens opkijkt en ziet dat er een pelikaan zowat op je buik ligt? Wat zijn dat voor een vage beesten. Je kunt er mee doen wat je wilt, ze aaien, eten in hun bek stoppen en ze zelfs aan een waslijn hangen. Tja, met die pelikanen in Cuba kun je bijna volleyballen op het strand zonder dat ze er gek van opkijken en ik stond echt perplex. Naja, ze zijn gewoon tam en dom eigenlijk…
De dag erop gaan klimmen in de omgeving van Viñales en dat was ook een ervaring op zich. Je moet je voorstellen dat de uitrusting van de Cubanen niet het allernieuwste-van-het-allernieuwste is en als gevolg ik op pad ging met klimschoenen maat 37, een klimharnas waarvan de striemen nog op mijn benen staan en een stuk touw dat als onbruikbaar zou worden verklaard bij touwtje trekken. Maargoed, ik moest en zou klimmen en ging ik op pad met een Viñalenaar, de kleinzoon van de vrouw waarbij ik verbleef. Hij bracht me via tabaks- en ananasplantages naar de mooiste en beste klimplekken en heb me in de hoogte nog nooit zo geweldig goed en broek-plassend angstig tegelijk gevoeld als daar op 100 meter hoogte. Met die schoenen, dat harnas en dat touw.
Die dag terug in de casa werd er door de dame des huizes vis voor me klaargemaakt, waarom ik had gevraagd. Als ik echter van tevoren had geweten dat dat een hele ingewikkelde procedure met zich mee zou brengen, had ik dat nooit gevraagd. Omdat vis in Cuba voor toeristen officieel enkel in hotels klaar mag worden gemaakt, werd er bij het verorberen de deur op slot gedaan uit angst dat de inspectie aan de deur zou staan, de gordijnen dichtgeschoven en na het eten de graten begraven in de achtertuin. Hoe lekker de vis ook was, het gaf me een hele bittere nasmaak.
Na het diner kwam ik met de vrouw des huizes van 80 jaar –jong was ze niet, mar koken kon ze, en hoe- aan de praat en had ik een vraag gesteld die ik beter niet had kunnen stellen. Omdat het heel gebruikelijk is voor Cubanen dat de man ergens anders woont dan de vrouw, vroeg ik waar die van haar was. Vervolgens begon ze een uur lang met de ene traan na de andere te vertellen hoe deze goede man overleed, hoe geweldig hij kon zingen en hoe geweldig ze hem miste. Ik wist me geen houding te geven, vooral niet toen de tranen waren gedroogd en er een paar me kwamen halen om in het dorp wat te gaan drinken. Want ja, daar kun je geen nee tegen zeggen. Een lief vrouwke, dat was het wel. Ook erg naïef, zeker toen ik tegen haar zei dat er wat kakkerlakken onder mijn bed zaten en ik werd leeggeprikt door een horde muggen en ze steenhard beweerde dat die beesten daar niet voorkomen.
Dat weekend was het carneval in Viñales, hetgeen betekent dat het dorp volstroomd met niet-Viñalenaars, de helft van alle Viñalese varkens aan het spit worden gedreigd en er nog meer wordt gedronken dan normaal. Sweeet…
Weet je trouwens hoe de Cubanen hun tanden poetsen? Nee? Ik ook niet. Terug in Havana sliep ik in hetzelfde huis als een El Salvadoriaan die al de hele dag hopeloos op zoek was naar een tandenborstel, maar geen één winkel kon vinden die die dingen verkoopt. Als je dat weet en vervolgens door de stad slentert, ga je toch anders naar Cubaanse tanden kijken en inderdaad, fris zijn ze allerminst. Voor zover ik het kon zien dan. Dus ik hoop dat je twee keer nadenkt voordat je een Cubaan…eh…naja, je weet wat ik bedoel.
……………………..
Ik ben nu net terug in Nederland, maar wil het liefst meteen weer terug. Dit ondanks er alles zo vre-se-lijk traag gaat, het eten niet altijd hoogstandjes zijn en je echt merkt dat de bevolking nog wordt onderdrukt en hevig wordt gecontroleerd door de staat op alles wat ze doen. Internet, magnetrons en merkkleding bijvoorbeeld zijn uit den boze, zaken als auto’s en zelfs vele kleinere aanschaffen moeten eerst door de regering goedgekeurd worden, huizen zijn veelal in het bezit van de staat en reclame vind je nergens. Het land is echter enkel bezaaid met foto’s en spreuken van Fidel, Raul en Che, hetgeen een brainwash-indruk op me heeft gemaakt.
Families –vooral degenen die 1 of 2 kamers verhuren aan toeristen- krijgen vaak een controleur over de vloer en van corruptie zijn voorbeelden genoeg. Ik zou er niet kunnen leven en ondanks dat dit alles het land typeert en misschien wel interessant maakt, heb ik tijdens mijn reis vaak medelijden gehad.
En als ik een geboren Cubaan was, had ik toch echt een probleem. De verste reis waarover ik een Cubaan ooit heb horen praten was een busreis van het meest oostelijke punt tot het meest westelijke op zijn eigen eiland…
-
18 Maart 2008 - 02:20
Martijn Kebabjas:
Erg leuk geschreven Willem ! -
18 Maart 2008 - 10:28
Simone:
Willem ken niet anders zeggen als dat ik het helemaal eens ben met Martijn! -
18 Maart 2008 - 16:47
Anne:
*Pfffffffffffffffffffffuuuw*
Daar wil ik nog wel meer van horen. We bellen zsm voor een date
Kusje -
18 Maart 2008 - 17:24
Yvonne:
Gelukkig heb je de sigaren nog -
18 Maart 2008 - 17:28
Yvonne:
Gelukkig heb je de sigaren nog -
19 Maart 2008 - 12:32
Jan:
Weer goed verhaal man, en nu op naar weer een nieuwe bestemming:
MALI, here he come's !! -
19 Maart 2008 - 18:49
Rob:
Hahahaha, topverhaal man!
Curling met een pelikaan is ook best leuk trouwens, maar dat even terzijde.
Je hebt je ingehouden met je terzijdes, dat waardeer ik! Top.
Op naar Mali inderdaad, ben benieuwd naar je verhalen. Als ik begin april weer terugkom, zal ik de duizenden bezoekers van mijn site richting jou sturen.
Hey, tot dan dan en groetjes uit Panamá,
Rob -
20 Maart 2008 - 17:10
Carsten:
hey! Nou echt, je moet een boek uitbrengen! En je foto's zijn ook erg geslaagd (en ja, ik heb er verstand van), zit nu naar je geweldige foto van het strand te kijken en je de dreigende krab. Ik hou ervan!
Gr, C.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley